Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Jongeren kijken uit naar opening Moluks wijkgebouw: ‘Ik ben Nederlander, mijn identiteit is Moluks’

Bron: AD – Redacteur: Morvenna Goudkade

In de Molukse wijk in Alphen is het nieuwe wijkgebouw bijna klaar. De wijk werd in 1965 gebouwd voor voormalige KNIL-militairen en hun gezinnen en vormt een zeer hechte gemeenschap. Dat geldt ook voor de derde generatie die in de Alphense wijk is opgegroeid. ,,Het wijkgebouw en de kerk zijn heel belangrijk.”

Het wijkgebouw is nog niet geopend, daarom praten we op het muurtje bij de kerk, er tegenover. Noadja Dias (29), met zelfgemaakt mondkapje, en Leandro Luhulima (22) zijn opgegroeid in de wijk: ,,Hier op het muurtje zaten wij vroeger al als kind.” Al wonen ze nu elders in Alphen, ze zijn er nog vaak te vinden.

Hun binding met de Molukse wijk noemen ze ‘heel sterk’. Bij alle belangrijke gebeurtenissen komt iedereen bij elkaar, legt Noadja uit. ,,Het wijkgebouw en de kerk zijn heel belangrijk. Bij bruiloften, rouwbijeenkomsten, belijdenissen. Iedereen is er, we krijgen geen uitnodiging, we komen gewoon, allemaal.” Hij wijst om zich heen.  ,,Als hier een rouwplechtigheid is, dan staat de hele wijk vol, geen parkeerplaats meer te vinden. In onze cultuur moet je elkaar ondersteunen. Er is een spreuk: Ale rasa, beta rasa, als jij het voelt, voel ik het ook.”

Leandro vertelt dat mensen elkaar al generaties lang kennen. ,,Onze opa’s kenden elkaar, onze ouders kennen elkaar, wij kennen elkaar.” 

“De Molukse gemeen­schap is een wij-gemeen­schap.”

– Leandro Luhulima

Verbondenheid

Ze hebben ook vrienden buiten de gemeenschap, maar de verbondenheid binnen de wijk is onvoorwaardelijk. ,,De Molukse gemeenschap is een wij-gemeenschap, geen ik-gemeenschap. Die cultuur zit in mijn hele wezen, het is mijn fundament.”

Noadja vindt dat de Nederlandse cultuur ook goede waarden en normen heeft: ,,Je mag ambitieus zijn, jezelf ontwikkelen. Je mag zijn wie je bent, dat is goed.” Hij werkte vroeger in de horeca en studeert nu International Business aan de Hogeschool van Amsterdam. Leandro is net afgestudeerd als grafisch vormgever en werkt als freelancer.

Opa’s 

Allebei zijn ze geboren en getogen in Alphen, maar hun verbondenheid met de Molukken is groot. Hun opa’s behoorden tot de KNIL-militairen die zich niet bij het Indonesisch leger wilden aansluiten, en daarom in 1951 op dienstbevel van de Nederlandse regering naar Nederland werden overgebracht. 

Nadat Indonesië zelfstandig werd, riepen de Zuid-Molukken een eigen republiek uit, maar die werd door Indonesische machtshebbers niet erkend. Sindsdien zijn de Molukken in staat van beleg. 

De KNIL-militairen zouden voor een half jaar worden opgevangen in Nederland, met hun gezin. Maar dat liep anders, want ze werden niet meer teruggebracht. In plaats daarvan werden er jaren later speciale wijken voor hen aangelegd. Toen hadden de gezinnen echter al jaren rondgezworven. De verbroken belofte vormt nog steeds een trauma binnen de gemeenschap. ,,Dat zijn we nooit vergeten”, zegt Noadja. ,,De Nederlandse overheid vertrouwen we niet, nooit.” 

“Ik ben Nederlan­der. Mijn identiteit is Moluks.”

– Leandro Luhulima

Vlag

Hun vlag is daarom de Molukse vlag, niet de Nederlandse. Al was het bij hun opa’s en oma’s op de Molukken anders. ,,Die hadden allemaal een portret van koningin Wilhelmina in huis, ze waren superloyaal aan Nederland. De Nederlandse vlag was heel belangrijk. Toen ze van de bezetter over de vlag moesten lopen, deden ze dat niet, ze wilden de vlag niet onteren.”

Toch wijzen de twee mannen Nederland niet af, zeggen ze. Leandro: ,,Ik ben Nederlander. Mijn identiteit is Moluks, maar mijn leven is hier. Ik ben heel dankbaar voor alle kansen die ik hier krijg, zoals educatie.” Noadja miste Nederland, toen hij een tijdje in Amerika was. ,,Maar aan het einde van de dag denk ik toch aan de Molukken, ons vaderland.”

Monument

Naast het wijkcentrum komt een bronzen monument te staan ter herinnering aan de komst van de eerste generatie Molukkers. ,,Het beeld is een eerbetoon en tegelijkertijd een uitnodiging om het gesprek aan te gaan‘’, zegt Marcel Wattimury van Stichting Tugu. De stichting zette zich in voor de komst van het monument.

,,De geschiedenis wordt naar ons idee nog niet breed gedeeld. Dit monument slaat een brug tussen toen en nu.” Hoe het beeld eruit komt te zien laat Wattimury in het midden. ,,Dat blijft geheim tot de onthulling. Wat ik wel kan zeggen, is dat het heel symbolisch is en veel dingen bevat uit de Molukse cultuur.” Kunstenaar Eddy Manuhutu ontwierp het beeld. Hij overleed onverwachts. ,,Daardoor heeft het monument extra waarde.”

Om het beeld te kunnen maken, is 50.000 euro nodig. Dit geld komt onder meer uit de opbrengsten van het Sama Sama festival dat de stichting jaarlijks organiseert. ,,We zijn er nog niet helemaal, maar de bouw is inmiddels wel begonnen.”

Het is de bedoeling dat het beeld volgend jaar tijdens een speciale ceremonie wordt onthuld. ,,Dan is het zeventig jaar geleden dat de gemeenschap zich in Nederland vestigde, een bijzonder moment.”